In een kleine tuin van het Mozarteum, de zogeheten Bastiongarten, is een onopvallend zomerhuisje van smalle planken en houten blinden voor de beide ramen, een grote trekpleister. Net zoals over het ontstaan van Die Zauberfläte, die Mozart in zijn laatste levensjaar componeerde, doen over dit huisje verhalen de ronde. Mozart zou er eet- en drinkgelagen hebben gehouden, het zou een geliefd verblijf van de zieke Mozart zijn geweest, hij zou er door Emanuel Schikaneder, tekstschrijver van Die Zauberfläte en directeur van het Theater an der Wien in Wenen, zijn opgesloten om hem te dwingen haast te maken met het componeren van de opera. Zeker is dat het huisje in die tijd op het terrein van het Theater auf der Wieden stond en dat Mozart er zijn laatste opera heeft gecomponeerd. De stichting Mozarteum gaf het uiteindelijk een opknapbeurt en plaatste het in 1950 in de tuin van het Mozarteum. Een bezichtiging van het Zauberflötenhäuschen is tijdens de zomermaanden mogelijk in combinatie met een rondleiding door het archief, de muziekbibliotheek en de decoratieve, grote concertzaal van het Mozarteum.