Prins Eugeen van Savoye (1663-1736), veldheer en de schrik der Turken, gaf Lukas von Hildebrandt de opdracht voor de bouw van dit imposante buitenverblijf. Het lag voor de poorten van de toenmalige stad en diende als zomerverblijf. Zo ontstonden twee paleizen, gescheiden door een immens park. Ze behoren tot de mooiste barokgebouwen van Wenen. Het Obere Belvedere diende voor feesten en officiële gelegenheden, het Untere Belvedere was woonhuis. Na de dood van de prins kwam het complex in handen van de Habsburgers, aan het begin van de 20ste eeuw woonde hier de in 1914 in Sarajevo vermoorde troonopvolger aartshertog Franz Ferdinand, tegenwoordig is het Belvedere in bezit van de staat.

De indeling in het Obere Belvedere volgt streng de regels van de barokke architectuur: de grote Marmorsaal is te bereiken via een schitterende trap, daaronder ligt als entreehal een sala terrena (tuinzaal), waarvan de gewelven door vier atlanten worden gedragen. In de met rood marmer gedecoreerde middelste zaal werd in 1955 het Oostenrijkse Staatsverdrag getekend, waarmee een einde kwam aan de bezetting van het land, die bij het einde van de Tweede Wereldoorlog ingegaan was. In de kleine zalen van het Obere Belvedere toont de Österreichische Galerie belangrijke kunstwerken.